Vaders  boerderij

De boerderij bestond uit een zomerhuis, een winterhuis, een graanschuur en een koetshuis.De naam was al sinds eeuwen Bouwlust. De boerderij is omstreeks 1750 of eerder? gebouwd  en ongeveer een eeuw later in 1850 is het winterhuis(karnhuis) haaks op het zomerhuis gezet. (op de foto links).In de 19e eeuw  bestond deze aanbouw uit drie gedeelten:In de  eerste ruimte had je uitzicht op de kastanjeboom.Daar bevond zich de bakoven.Het tweede lokaal was het karnhuis met werkplaats. In het derde vertrek stond de karnmolen. Een paard liep daar voortdurend  in het rond en bracht door zijn trekkracht de molen in draaiende beweging. Die beweging werd overgebracht in een verticale beweging in de karnton met room. Zo werd er boter gemaakt.Mijn vader heeft de boerderij gekocht in 1928 van Adrianus Plaisier.Deze trouwde met Maria Steenbergen. Deze Maria kreeg op 19 jarige leeftijd haar eerste kind. Haar achttiende kind kreeg zij op 49 jarige leeftijd !! Dat was haar laatste kind. Een en ander verklaart waarom de boerderij acht bedsteden telde met elk twee plaatsen! Vader heeft ze afgebroken


Waar lag deze boerderij?

De boerderij “Bouwlust” waar ik ben geboren en mijn vader landbouwer geweest is van 1929 tot 1956 was gelegen in de polder Nieuw Reyerwaard.Deze polder is ingedijkt in 1441. Vóór die bedijking was het een telkens overstroomd gebied van de Riederwaard., waar nu het centrum van Ridderkerk ligt.Het was toen geen groot dorp.Er was ook nog de polder oud-Reyerwaard die dateert  van ver vóór genoemde indijking. Deze lag tussen de Lagedijk en de Pruimendijk.De Voorweg waar onze boerderij aan lag en ondanks de vele onteigeningen nog steeds aan ligt, bevond zich in de polder Nieuw Reyerwaard.

De eerste bewoners  die omstreeks het jaar 1000  gingen wonen op de aanslibbende gronden van het gebied  wat later de Riederwaard  zou  heten, waren  Friezen. West-Friezen die uit het Westland afkomstig waren. Deze eerste kolonisten waren jagers en vissers. Ze bouwden   rieten stulpen op terpen waar de oevers van de Waal wat hoger waren. Ze begonnen aarzelend  aan primitieve landbouw. Die stulpjes ging men aan elkaar verbinden en zo ontstond langs de rivier de eerste lintbebouwing.

De Riederwaard bestond uit een heerlijkheid Ridderkerk en een heerlijkheid Barendrecht.De grens tussen beide heerlijkheden was een heirweg   van de Romeinen die in rechte richting liep van het verlengde van de Noldijk naar Kralingen. Zie de kaart uit 1867 hieronder.Deze weg liep langs de boerderij van mijn oom Willem(grootvader van de weerman) en  ging vervolgens via een veer over het Waaltje.Aan de overkant  van dit Rijsoordse binnenriviertje  zette deze Romeinse weg zich voort langs de tegenwoordige Langeweg door de Zwijndrechtse Waard.Naar  deze “Romeinse heirweg” is in de zestiger jaren de Rijsoordse molen van de Waaldijk  overgeheveld.De Dordtse straatweg waar de Voorweg op uitkomt is pas veel later door Napoleon aangelegd.Het hele gebied tussen de Dordtse straatweg en de plaats waar de Romeinse weg heeft gelegen, bevindt zich nu een gigantisch groot terrein van de Barendrechtse veiling,  werkelijk een een stad op zich.

Op deze foto zien we hoe de Voorweg zich splitste bij de Dordtse straatweg. Links  ging deze weg naar Dordrecht en rechts naar Rotterdam.In het  rieten dak  van de schuur stond het woord “Bouwlust” maar dat kun je nu niet lezen.

Op de landkaart hieronder uit 1867 kun je  goed zien hoe vroeger de Romeinse heirweg liep en via een veer verder ging door  de Zwijndrechtse waard .Langs de Dordtse straatweg liep vroeger een tram. Op het punt waar de straatweg en de tram het oude tracé van de Romeinse weg kruisen, loopt nu de snelweg naar het havengebied.Waar die Romeinse weg vroeger liep, bevinden zich nu de enorm uitgestrekte terreinen van de Barendrechtse veiling (greenery)

Toen vader in 1928  het bedrijf overnam bestond het bedrijf uit 6 paarden, twee jaarling paarden, 16 melkkoeien, 7 vaarzen, 9 hokkelingen en 6 schapen. Onder de inboedel bevond zich een tilbury, een koets, een karos en vier boerenwagens. Verder was er ook een dorsmachine.Om  de percelen land te bereiken  waren er 12  bruggenhoofden voor vaste en losse bruggen over de sloten.gebouwd. In 1928  en 1929 is al het bouwland en weiland gedraineerd.

In de loop der jaren is veel land onteigend voor de aanleg van nieuwe wegen en de uitbreiding van de veiling.

Het kaartje hieronder is uit 1863. Het dorp Ridderkerk was toen nog maar heel klein. Bouwlust lag toen ook al aan de Dordtse straatweg, die door Napoleon was aangelegd en ik heb op dit kaartje ook de Romeinse Heirweg aangegeven.Bij een overzetveer over het Waaltje kwam  je  via de Lange Weg in Zwijndrecht. Op dit kaartje zie je dat er nog tram liep. Deze liep via Hendrik Ido Ambacht naar Dordrecht. Het onderstaande kaartje is uit de jaren dertig en daarop is de nieuwe  weg met de verbindingsweg al aangegeven. Die verbindingsweg kun je niet zo goed zien, omdat hij zich op de breuklijn van de kaart bevindt.

Waar lagen de kavels?

Deze kaart is van 1935.Boerderij “Bouwlust” is nu de laatste boerderij met nog wat land zuidelijk van  Rotterdam gelegen aan de straatweg . De boerderij de Zwet (links boven) van boer Blok staat nu aan de snelweg  Het is een boerderij zonder land..Op de kaart hierboven zijn de kavels land van ons met inkt omlijnd.In oorlogstijd is het meeste land geďnundeerd.Op de kaart zien we nog de puntjes van een kleine  boomgaard die door de Duitsers onder water is gezet met heel de polder.Met een pomp moest het water regelmatig weggepompt worden uit de door een dijk omsloten enclave.Die dijk is hieronder duidelijk te zien.

 

 

 

 

In oorlogstijd moesten we een dijk om de boerderij heen bouwen om te kunnen blijven wonen.

Vader had wel  paarden, maar nog geen tractoren.

De koestallen

In 1928 bevonden zich in de koestallen wilgenpalen waar de koeien aan vast zaten.Deze moesten vaak opgekort  en vernieuwd worden vanwege het schuren van de koeien.Het water kwam uit een bronwel in het pomphok en liep door een goot voor de koeien langs.Het water moest met handkracht  uit de bodem gehaald worden en  via een goot voor de koeien gebracht ..Dat kostte veel arbeid en inspanning.Vader heeft toen voor de 24 koeien beugels aangeschaft die boven de nek van de koeien open en dicht konden. Ook nog 24 waterbakjes met een watergeleider waar de koeien met hun tong op konden drukken en zo konden drinken als het hen uitkwam ..In 1929 lagen de koeien in de stal nog op klei. Dat is toen beton geworden en er kwam ook een betonnen afvoer  voor de mest zo dat hun ligplek droog bleef..Ze kwamen op stroo te liggen.In het jaar 1950 heeft vader een elektrische melkmachine gekocht .. Hij kon zelf niet melken, (heeft het ook nooit willen leren), maar we hadden vier knechts die deze kunst goed  verstonden en  die om de veertien dagen  met twee man zondags dienst hadden.In datzelfde jaar zijn we ook begonnen de weilanden af te rasteren met elektrisch schrikdraad.En in 1954 kwamen er in de twee inrijgebinten van de schuur een betonnen bodem. In 1938 hadden we al een siloput   laten bouwen om gras in te kuilen voor het vee.Zo was er altijd veel te doen en te verbouwen.

Crisis

De grote crisis in de landbouw begon in 1929. ”Hadden we maar één jaar wat verdiend”zei mijn vader eens Was de melk maar twee cent duurder geweest.Dan was het niet zo moeilijk geweest”.De eerste jaren werd er behoorlijk veel verlies geleden. Het dieptepunt voor de landbouw was het jaar 1932.We verkochten toen uitstekende Rode Star voor f.1.- het mud en soms zelfs nog voor minder. Consumptie-Eigenheimers brachten we franco thuis als veevoer .

 

 

Vader en moeder met vijf knechts in 1954.
Ik vind dit een mooie afsluiting!